Sumo of sumoworstelen is een traditionele worstelsport uit Japan. Het word meestal gespeeld door heel zwaarlijvige mannen. De worstelwedstrijd word gehouden in een cirkelvormig deel van kleibodem.

Japanners beschouwen sumoworstelen als een moderne krijgskunst. Het is dus een sport die de Japanners vaak op televisie kijken. Sumoworstelen is een vooral heel bekend in Japan, maar de populariteit begint ook in andere landen toe te nemen.

De sumotraditie is al heel oud. Het is ontstaan door een Koreaanse vechtsport, genaamd Ssireum. Een man die aan sumoworstelen doet heet een rikishi. Een rikishi worden in Japan als geluksbrengers gezien, mensen uit Japan denken dat als je een rikishi aanraakt het je geluk brengt, daarom worden rikishi voor de wedstrijd heel erg lastiggevallen door de fans van de rikishi. Shinto is een Japanse godsdienst en daar heeft sumo veel mee te maken. Sumo heeft daarmee gelijk ook veel te maken met het keizershuis in Japan. Dat komt doordat de Keizer van Japan altijd de baas is van de godsdienst: Shinto.

Je kan een worstelpartij op twee manieren winnen. De eerste manier is: De tegenstander raakt binnen de cirkel de grond met een ander lichaamsdeel dan de voetzolen of: De tegenstander raakt de grond buiten de cirkel. De sumoworstelaars hebben ook rangen, de hoogste rang is makuuchi.

De sumoworstelaars hebben ook een gordel die hebben ook kleuren. Die kleuren van de gordels hebben niks te maken met de rang van een sumoworstelaar, Zoals bij karate. De kleur van de gordel kiest de sumoworstelaar zelf. Per jaar worden in Japan zes grote worsteltoernooien gehouden, genaamd: een basho. Zo,n toernooi duurt 15 dagen en begint op de 2de zondag in elke oneven maand.