Samoerais waren van de 12de eeuw tot de 19eeuw de gewapende troepen van Japan. De rijke mensen in Japan kregen in de 12de eeuw ruzie, ze lieten daarom eigen samoerailegers oprichten. Tijdens de gevechten van de samoerai vielen heel veel doden. Vanaf de  19de eeuw sloten de rijke mensen in Japan vrede. De samoerailegers waren daarom niet meer nodig. Samoerai betekent: Hij die dient. De samoerai vochten met een tachi, een lang gekromd zwaard gemaakt van ijzer. Je kan een opleiding voor samoerai volgen vanaf je 7ste. De samoerai moesten strategisch denken, ze speelde daarom vaak traditionele spellen. Een samoerai zet altijd tijdens een gevecht een tsuba op zijn zwaard, dat is een schijf die je op je zwaard kan zetten om te voorkomen dat je je hand verwondt tijdens een gevecht. Samoerai dragen altijd een harnas. Het harnas is heel onhandig. Het harnas is heel warm, heel stijf en hij is zwaar zo'n 18 kilo. Samoerai dragen ook een helm. De samoerai dragen ook een helm, die helm is gemaakt van 32 verschillende stukken. Helmen zijn heel duur, je moet veel geld hebben om er een te kopen. Een samoerai draagt ook soms een gezichtsmasker. De gezichtsmaskers zien er heel angstaanjagend uit, maar je ziet niet zoveel als je een gezichtsmasker draagt.